
Heb je vragen?
Aanvullend advies? Geen probleem! Vraag het ons team van experten. We horen graag van je.
Slaap beïnvloedt alles: je energie, je concentratie, je stressniveau en zelfs je gewicht. Toch worstelen velen met slapeloosheid, piekeren en een onrustig brein. In deze aflevering van de Amandine De Paepe Podcast, in samenwerking met WOW Health Talks en Generation WOW, gaat Amandine samen met Barbara De Beir in gesprek met Dr. Inge Declercq, neuroloog, slaapexpert en auteur van Breinrust.
Ze bespreken waarom slaap zo cruciaal is, welke gewoontes je slaap verstoren en hoe je je slaapkwaliteit kan verbeteren zonder medicatie. Dr. Declercq legt uit hoe schermgebruik, cafeïne, sociale jetlag en een overactief brein je nachtrust beïnvloeden en deelt praktische strategieën om beter te slapen en uitgerust wakker te worden.
Dr. Inge Declercq is neuroloog, slaapexpert en oprichter van Sleepwell & Stressless. Naast haar werk in het UZ Antwerpen, waar ze zich bezighoudt met de slaapwaakconsultatie, geeft ze workshops en lezingen over slaap en stressmanagement. Met haar wetenschappelijke achtergrond vertaalt ze complexe kennis naar praktische tips die iedereen kan toepassen.
Dr. Declercq benadrukt dat slaap een 24-uursaangelegenheid is. Hoe je overdag leeft, bepaalt hoe goed je slaapt. Zelf heeft ze een vaste slaaproutine, waarin stretching een belangrijke rol speelt. Elke avond, hoe laat het ook is, neemt ze de tijd om even te stretchen. Ook haar ochtendroutine draagt bij aan een goede slaap: bij het ontwaken drinkt ze een groot glas water, stretcht ze in bed en probeert ze meteen wat daglicht op te nemen.
Het bioritme respecteren is volgens haar cruciaal voor een goede nachtrust. Een trage start van de dag, zoals rustig ontbijten met een krant, helpt om het lichaam op een natuurlijke manier wakker te laten worden.
Slaapstoornissen komen in zes grote categorieën voor:
1. Slapeloosheid: Mensen met slapeloosheid slapen wel, maar zijn ‘s nachts te wakker. Dit heeft een grote impact op hun dagelijks functioneren en komt voor bij 1 op de 4 Belgen.
2. Ademhalingsgerelateerde stoornissen zoals slaapapneu. Dit blijft vaak onopgemerkt, maar kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid.
3. Overmatige slaperigheid overdag: Sommige mensen vallen overal in slaap en denken dat dit normaal is, maar het kan een teken zijn van een onderliggende slaapstoornis.
4. Bewegingsstoornissen zoals rusteloze benen: Vooral vrouwen hebben hier last van. Dit kan heel veel problemen voor inslapen geven. Een lage ferritinewaarde in het bloed kan een rol spelen, en het vermijden van cafeïne helpt vaak om de symptomen te verminderen.
5. Parasomnieën: Hieronder vallen nachtmerries, slaapwandelen en nachtangst.
6. Slaap-waakritmestoornissen: Vooral ploegenwerkers lijden hieraan doordat hun natuurlijke klok niet synchroon loopt met hun werkuren.
Amandine vertelt dat veel mensen onderschatten hoe sterk voeding, stress en medicatie hun slaap beïnvloeden. Zo kunnen vet eten en bepaalde medicijnen zoals statines spierkrampen veroorzaken, wat de slaap verstoort.
Dr. Declercq bekijkt slaap op een holistische manier. Haar expertise in chronobiologie en stresscopingstechnieken helpt haar om een bredere kijk op slaap te hanteren. Ze wijst erop dat slaap niet alleen wordt beïnvloed door wat er in de slaapkamer gebeurt, maar dat alles wat je overdag doet, van voeding tot stressmanagement, een rol speelt in je slaapkwaliteit.
Barbara verwijst terug naar de rusteloze benen die voornamelijk bij vrouwen voorkomen en vraagt of er nog meer verschillen zijn volgens geslacht of leeftijd. Bekend zijn de slaapproblemen bij vrouwen in de perimenopauze en menopauze. Rusteloze benen zijn minder gelinkt aan leeftijd. Ze komen zowel voor bij jonge meisjes met ijzertekort door zware menstruaties, als tijdens de zwangerschap en op latere leeftijd.
Mannen, daarentegen, snurken vaker en hebben vaker slaapapneu. Dit komt onder andere doordat vet zich bij hen gemakkelijker opstapelt tussen de slokdarm en luchtpijp, wat de ademhaling tijdens de slaap belemmert.
Daarnaast heeft hormonale invloed een grote impact. Vrouwen in de menopauze kampen vaker met slaapproblemen door de afname van oestrogeen en progesteron. Mannen en vrouwen hebben dus niet enkel een andere slaapbeleving, maar ook verschillende fysiologische oorzaken voor hun slaapklachten.
Veel mensen ervaren ‘s nachts intense en chaotische gedachten.
Neurowetenschappelijk onderzoek toont aan dat dit komt door een disbalans tussen twee hersennetwerken:
‘s Nachts werkt dit evenwicht vaak niet goed, waardoor gedachten oncontroleerbaar lijken en kleine zorgen gigantisch kunnen aanvoelen.
Een effectieve manier om piekeren te doorbreken is om letterlijk even op te staan, in het donker rustig te ademen, wat te visualiseren of wat gedachten op te schrijven. Hierdoor kan het rationele brein de controle terugkrijgen en kan het piekeren afnemen.
Belangrijk is ook om niet op de klok te kijken als je wakker wordt. Dit creëert stress, waardoor je brein in een waakstand schiet en de slaap nog moeilijker wordt.
Veel mensen hebben het gevoel dat ze geen slaapstoornis hebben, maar voelen zich toch chronisch moe en hebben weinig energie. Dit komt vaak door een gebrek aan mentale rustmomenten overdag.
Dr. Declercq vergelijkt het graag met een opdraaispeelgoedje. Door de hele dag ‘aan te staan’ en geen rustmomenten in te bouwen, wordt dit speeltje helemaal opgedraaid. Tegen ’s avonds is het speeltje maximaal aangedraaid en ben je helemaal overprikkeld. Het gevolg is een mindere slaapkwaliteit waarbij mensen vaak kort wakker worden doorheen de nacht. De diepe slaap wordt minder kwalitatief.
Om de slaapkwaliteit te verbeteren, is het daarom cruciaal om regelmatig korte pauzes te nemen doorheen de dag. Dit kunnen simpele handelingen zijn zoals:
Iedereen heeft een chronotype, een biologisch bepaald ritme dat aangeeft wanneer je van nature moe wordt en wanneer je het meest alert bent. Volgens Dr. Declercq wordt dit voor ongeveer 30% genetisch bepaald. Verder spelen factoren zoals hormonen, licht, seizoenen en leeftijd ook een rol.
Hoe beter je leeft volgens jouw natuurlijke slaap-waakritme, hoe gezonder je zal zijn. Mensen die hun bioritme respecteren, hebben doorgaans een betere slaapkwaliteit en meer energie overdag.
Veel mensen ervaren een sociale jetlag, een term bedacht door de chronobioloog Till Roenneberg. Dit ontstaat wanneer je doordeweeks op een geforceerd tijdstip moet opstaan (bijvoorbeeld om 6 uur voor het werk), terwijl je biologische klok eigenlijk aangeeft dat 8 uur beter zou zijn. In het weekend slaap je dan uit, waardoor je slaap-waakpatroon verschuift. Onze maatschappij is voornamellijk op dit vroege chronotype ingesteld, terwijl dit voor heel wat mensen niet hun natuurlijk type is.
Dit patroon kan nadelige gevolgen hebben voor de gezondheid, zoals:
Het is daarom beter om een constant slaapritme aan te houden, met zo min mogelijk variatie tussen weekdagen en het weekend.
Sommige mensen voelen zich extreem gebonden aan hun biologische klok. Ze kunnen bijvoorbeeld enkel goed slapen als ze tussen 22 en 23 uur naar bed gaan. Wanneer ze hiervan afwijken, bijvoorbeeld door een feestje, ervaren ze slaapproblemen.
Dr. Declercq legt uit dat dit deels een conditionering kan zijn: het idee dat je slaap enkel lukt binnen een strikt tijdsframe, waardoor je brein bij een afwijking stress ervaart.
Toch is er een belangrijke nuance: als je structureel tegen je chronotype ingaat, bouw je slaaptekort en stress op. Daarom is het cruciaal om je slaap zoveel mogelijk af te stemmen op je natuurlijke ritme en na een verstoring (zoals een laat feestje) extra aandacht te besteden aan ontspanning zoals stretchen vóór het slapengaan.
Kortom, je bioritme respecteren is één van de krachtigste manieren om je slaapkwaliteit en algehele gezondheid te verbeteren.
De overgang van wintertijd naar zomertijd heeft een negatieve impact op onze biologische klok, vooral omdat we dan één uur slaap verliezen. Volgens Dr. Declercq is dit heel slecht voor ons bioritme, omdat we plots een uur vroeger moeten opstaan terwijl onze interne klok niet zo snel meedraait.
Bovendien zorgt de zomertijd ervoor dat we twee uur verschoven zitten ten opzichte van de natuurlijke zonnetijd, wat een extra verstorend effect heeft. Dit gebrek aan afstemming met de zon heeft negatieve gevolgen voor onze slaap en ons algemeen welzijn.
Pubers worden hier extra door getroffen. Hun hormonale ontwikkeling maakt hen van nature avondtypes, waardoor ze moeite hebben om vroeg op te staan. Onderzoek toont aan dat 16-jarigen beter zouden functioneren als school pas om 9 uur zou beginnen. Ze zouden dan minder depressieve klachten hebben, beter presteren op school en een beter mentaal welzijn ervaren.
Ondanks duidelijke wetenschappelijke inzichten wordt hier nog te weinig rekening mee gehouden, wat het belang van een stabiel slaapritme en voldoende ochtendlicht des te groter maakt.
Barbara stelt een herkenbare vraag: "Hoe komt het dat je soms denkt dat je goed gaat slapen, maar dan net het tegenovergestelde gebeurt?" Je voelt je doodmoe, verwacht een diepe slaap, maar wordt ‘s ochtends toch uitgeput wakker.
Volgens Dr. Declercq heeft dit te maken met stress en adrenaline. Je kunt je fysiek moe voelen, maar tegelijk nog mentaal te geprikkeld zijn. Ze verwijst opnieuw naar het te weinig deconnecteren doorheen de dag, waardoor het stressniveau te hoog blijft.
Daarnaast legt ze uit dat moe zijn en slaperig zijn biologisch twee verschillende dingen zijn. Je kunt je ‘s avonds uitgeput voelen, maar door opgebouwde stress is je lichaam nog niet klaar om echt in slaap te vallen. Je bent moe, maar niet slaperig.
Overdag speelt er nog een ander fenomeen: je kunt denken dat je extreem moe gaat zijn, maar toch raak je overdag in een soort flow waarin je ineens wél gefocust en productief bent. Dit komt deels door cafeïne, die de slaapstof adenosine blokkeert, en deels door dopamine, die je motivatie en alertheid tijdelijk verhoogt.
Dit patroon kan echter een vicieuze cirkel in stand houden:
De sleutel om deze cyclus te doorbreken ligt volgens Dr. Declercq dus in het nemen van regelmatige pauzes overdag, zodat je minder gestrest je bed in gaat en je slaap niet negatief wordt beïnvloed door opgebouwde mentale spanning.
Amandine vertelt over haar vader, een ondernemer die altijd veel heeft gewerkt en beweert dat hij maar vier uur slaap per nacht nodig heeft. Hij compenseert dit door twee keer per dag tien minuten te slapen, en zegt zich daarna weer helemaal fris te voelen. Ze vraagt aan Dr. Declercq of dit een goede methode is.
Dr. Declercq reageert sceptisch. Vier uur slaap per nacht is een structureel slaaptekort dat op lange termijn schadelijk kan zijn. Slechts drie procent van de bevolking heeft een genetische mutatie waardoor ze écht met zes uur slaap kunnen functioneren. Voor de meeste mensen is dit echter te weinig.
De powernaps van Amandine’s vader helpen hem waarschijnlijk niet om zijn slaaptekort in te halen, maar wel om overdag zijn slaperigheid tijdelijk te onderdrukken. Dit betekent dat hij eigenlijk overdag slaperig wás, wat een teken aan de wand is dat zijn vier uur slaap per nacht niet voldoende is.
Powernaps kunnen nuttig zijn, maar enkel als ze correct worden uitgevoerd:
Als je moe bent maar niet slaperig, is een dutje geen goede oplossing. In dat geval is het beter om naar buiten te gaan, daglicht op te nemen en fysiek te bewegen om je energiepeil te herstellen.
Barbara vraagt zich af of je slaaptekort kan inhalen. Soms wordt gezegd dat je gewoon een paar nachten vroeger moet gaan slapen om een gemiste nachtrust te compenseren. Maar is dat echt zo?
Dr. Declercq bevestigt dat je slaaptekort moét inhalen, omdat chronisch slaaptekort op lange termijn schadelijke gevolgen heeft. Onderzoek toont aan dat systematisch te weinig slapen het risico verhoogt op neurodegeneratieve aandoeningen zoals Alzheimer, hart- en vaatziekten, auto-immuunziekten en zelfs kanker.
Toch is het niet zo eenvoudig als een paar nachten vroeger naar bed gaan. De manier waarop je je slaap inhaalt, is cruciaal:
Een belangrijk punt is dat hoe groter je slaapschuld is, hoe langer het duurt om die in te halen. Wie jarenlang een tekort opbouwt, zal niet na één weekend uitslapen weer volledig hersteld zijn. Daarom benadrukt Dr. Declercq het belang van een stabiel slaapritme, zodat je überhaupt geen chronisch tekort opbouwt.
Er bestaat een groot verschil tussen fysieke en mentale moeheid, en dat verschil kan een aanzienlijke impact hebben op de slaapkwaliteit.
Fysieke moeheid ontstaat door lichamelijke inspanning, zoals intensief sporten of een zware fysieke taak. Barbara geeft als voorbeeld dat ze zich na een fysieke inspanning zoals vier uur fietsen soms compleet uitgeput voelt, alsof ze een klop van de hamer heeft gekregen. Dit type vermoeidheid komt vooral vanuit het lichaam en is duidelijk voelbaar in de spieren.
Mentale moeheid, ook wel cognitieve of centrale moeheid, heeft een andere oorsprong. Dit komt voort uit langdurige mentale inspanning, zoals uren achter een scherm werken, veel nadenken of onder hoge stress staan. Dit type vermoeidheid is minder fysiek voelbaar, maar kan mentaal zwaar aanvoelen en zelfs leiden tot een gevoel van uitputting.
Volgens Dr. Declercq heeft mentale moeheid niet altijd een positief effect op slaap. Integendeel, als mentale moeheid gepaard gaat met stress of overprikkeling, kan het inslapen juist moeilijker worden. Dit komt doordat stress de werking van neurotransmitters beïnvloedt, waardoor de hersenen minder goed kunnen overschakelen naar een slaaptoestand.
Wie fysiek moe is, heeft doorgaans geen moeite met inslapen. Maar wie mentaal uitgeput is zonder fysiek actief te zijn geweest, kan juist problemen ondervinden met de slaapkwaliteit. Dit benadrukt het belang van:
Mentale overbelasting zonder ontspanning kan er zoals eerder vermeld voor zorgen dat iemand ‘s nachts microfragmentaties in de slaap ervaart. De diepe slaap wordt verstoord en is minder herstellend, zonder dat de persoon zich hier bewust van is.
Dr. Declercq legt uit dat slapeloosheid een eigen leven kan gaan leiden, zeker bij ouders van jonge kinderen. Veel ouders maken een periode door waarin ze ‘s nachts vaak wakker zijn omdat hun baby of peuter hen nodig heeft.
Maar wat gebeurt er als de kinderen eindelijk goed slapen? Sommige ouders blijven zelf nog lange tijd last hebben van slaapproblemen, ook al is de oorspronkelijke oorzaak (de onrustige nachten van de kinderen) verdwenen.
Dit komt doordat slapeloosheid een vicieuze cirkel kan worden:
Voor chronische slapeloosheid is de meest effectieve aanpak Cognitieve Gedragstherapie voor Insomnie (CGT-I). Dit is een wetenschappelijk onderbouwde methode die helpt om negatieve slaapgewoonten en gedachtenpatronen te doorbreken.
Volgens Dr. Declercq werkt CGT-I beter dan slaapmedicatie, omdat het de kern van het probleem aanpakt in plaats van enkel de symptomen te onderdrukken. Het helpt mensen opnieuw vertrouwen te krijgen in hun eigen slaapvermogen en zorgt ervoor dat slapeloosheid niet blijvend wordt, zelfs niet na een lange periode van verstoorde nachten.
Barbara vraagt aan Dr. Declercq of er hardnekkige slaapmythes zijn die ze graag de wereld uit wil helpen. Er circuleren namelijk allerlei tips en adviezen over slaap, maar niet alles is correct.
Zoals eerder vermeld, dit is onjuist. Slaaptekort moet wél ingehaald worden, omdat een chronisch tekort op lange termijn schadelijk is voor de gezondheid. Hoe je het inhaalt, hangt af van de ernst van het tekort:
Volgens Dr. Declercq is dit een gevaarlijke misvatting. Het is pas als je niet goed slaapt, dat je écht tijd verliest. Slaap is essentieel voor fysieke en mentale gezondheid, geheugen, concentratie en herstel.
Dit klopt niet voor iedereen. De mythe dat “de uren voor middernacht dubbel tellen” geldt alleen voor vroege types, en zelfs dan niet volledig. Iedereen heeft een persoonlijk chronotype, en het belangrijkste is dat je slaapschema aansluit bij je natuurlijke bioritme.
Powernaps kunnen helpen bij tijdelijke slaperigheid overdag, maar ze compenseren een structureel slaaptekort niet. Dutjes van maximaal 20 minuten kunnen verfrissend werken, maar langer dutten of te laat op de dag slapen kan de nachtrust verstoren.
Dr. Declercq benadrukt dat er nog veel hardnekkige slaapmythes bestaan en dat wetenschappelijke inzichten essentieel zijn om slaap op de juiste manier te optimaliseren.
Barbara vraagt aan Dr. Declercq of smartphones en andere schermen echt zo’n grote vijand zijn van een goede nachtrust. Het antwoord is volmondig ‘ja’ en dat komt door twee belangrijke redenen.
1. Lichtstimulatie verstoort de biologische klok
Schermen stralen blauw licht uit, wat invloed heeft op de productie van melatonine, het hormoon dat je slaperig maakt. Zelfs met een blauwlichtfilter blijft dit effect aanwezig, vooral bij mensen ouder dan 30.
Wanneer je ‘s avonds lang op je smartphone, tablet of laptop zit, krijgt je lichaam het signaal dat het nog geen slaaptijd is.
Hierdoor:
2. Mentale en dopamine-stimulatie
Naast het effect van licht heeft smartphonegebruik ook een mentaal en neurologisch effect. Scrollen door sociale media, e-mails checken of nieuws lezen activeert het beloningssysteem in de hersenen en stimuleert de aanmaak van dopamine. Dit houdt je mentaal alert en actief, in plaats van ontspannen en klaar om te slapen.
Ja, volgens Dr. Declercq is tv kijken minder schadelijk dan smartphonegebruik, maar alleen onder bepaalde voorwaarden:
Het grootste probleem blijft dat veel mensen hun smartphone in bed gebruiken, wat zowel door het licht als de mentale stimulatie de slaap negatief beïnvloedt.
Dr. Declercq raadt aan om minstens één tot twee uur vóór het slapengaan schermen te vermijden. Dit helpt om:
Schermgebruik vlak vóór bedtijd is dus niet alleen slecht vanwege het licht, maar ook omdat het je mentaal actief houdt op een moment dat je juist zou moeten ontspannen.
Amandine vraagt aan Dr. Declercq wat de snelste of eerste stap is die mensen kunnen zetten om hun slaapkwaliteit te verbeteren. Bestaan er quick fixes? Is het beter om minder schermtijd te hebben, stress te verminderen, of moet je vooral letten op voeding?
Dr. Declercq is duidelijk: er bestaan geen echte quick fixes voor slaap. Slaap is een complex proces dat door veel factoren beïnvloed wordt, en wat werkt, is voor iedereen anders. Er is geen one-size-fits-all-oplossing.
Wel is er een rode draad: iedereen is neurobiologisch geprogrammeerd om ‘s nachts te slapen. Dat is een natuurlijk proces, maar je moet je brein de juiste signalen geven om dat proces goed te laten verlopen.
Wat je als eerste moet aanpakken, hangt af van je levensstijl. Dr. Declercq ziet in haar workshops dat 80% van de mensen aangeeft dat schermgebruik het grootste probleem is. Daarom is schermtijd beperken in het uur voor het slapengaan voor veel mensen een belangrijke eerste stap.
Andere veelvoorkomende factoren die slaap verstoren:
Het is dus belangrijk om kritisch naar je eigen gewoontes te kijken en de eerste haalbare verandering door te voeren. Kleine stappen kunnen al een groot verschil maken.
Dr. Declercq introduceerde het begrip ‘ontkoppelingsbalans’, een term die ze zelfs als trademark heeft geregistreerd. Dit concept gaat over het loslaten van de strikte scheiding tussen werk en privé en het zoeken naar een natuurlijke balans.
Veel mensen ervaren een constante dualiteit tussen werk en privé. Er wordt vaak gezegd: "Ik moet een evenwicht vinden tussen mijn werkleven en mijn privéleven." Maar door deze twee tegen elkaar af te zetten, creëer je automatisch een stressvolle tegenstelling. Dit zorgt ervoor dat je het gevoel krijgt dat werk en privé met elkaar concurreren, wat voor extra spanning zorgt.
Ontkoppelingsbalans betekent dat je werk en privé niet als twee tegengestelde werelden ziet, maar als een continuüm. Zeker sinds COVID is het duidelijk geworden dat werk en privé steeds meer door elkaar lopen. Dat hoeft geen probleem te zijn – als je het op een gezonde manier benut.
Een voorbeeld hiervan is thuiswerken. In plaats van je schuldig te voelen omdat je overdag even iets voor je privéleven doet, kan je dit juist zien als een korte brainrustpauze. Dit helpt om daarna weer productiever aan het werk te gaan.
Amandine merkt op dat een collega vaak schuldgevoelens lijkt te hebben over korte pauzes tijdens het werk. Ze gaat bijvoorbeeld graag ‘s middags rond 15u even lopen.
Volgens Dr. Declercq is juist dit soort flexibiliteit de sleutel tot een gezonde ontkoppelingsbalans. Ze pleit ervoor dat werkgevers en werknemers deze nieuwe manier van denken omarmen, zodat mensen zich niet langer schuldig voelen als ze hun energie en focus op een gezonde manier beheren.
Door bewust te schakelen tussen inspanning en ontspanning, zonder rigide scheidingslijnen, kunnen we onze mentale en fysieke gezondheid beter ondersteunen in de moderne werkcultuur.
Aan het einde van het gesprek deelt Dr. Declercq nog een aantal praktische tips om piekeren ‘s nachts te verminderen en het hoofd tot rust te brengen. Veel mensen blijven ‘s avonds hangen in stressvolle gedachten over wat nog moet gebeuren of wat er misging. Dit kan de slaap ernstig verstoren.
E&n van de technieken die Dr. Declercq aanraadt, is het gebruik van een piekerhoekje. Dit betekent dat je bewust een moment inplant vóór het slapengaan om je gedachten te ordenen:
Daarnaast is het belangrijk om je brein duidelijk te maken dat het slaaptijd is. Dit kan door:
Volgens Dr. Declercq is vertrouwen op je eigen slaapkracht essentieel. Veel mensen maken zichzelf wijs dat ze “nu eenmaal slechte slapers zijn”, maar slaap is een natuurlijk proces. Door de juiste gewoontes op te bouwen, kan bijna iedereen zijn slaapkwaliteit verbeteren.
Slapen is niet alleen een nachtelijke aangelegenheid – wat je overdag doet, heeft een directe invloed op je nachtrust. Door overdag regelmatig te deconnecteren, piekeren actief los te laten en een rustige slaaproutine te volgen, geef je jezelf de beste kans op een herstellende, diepe slaap.